image

Stil Leven: Moustafa


Drie weken geleden verhuisde ik van een opvang in Amsterdam naar Utrecht. In de opvang van Amsterdam voelde ik me fijn. Ik praatte veel met de Nederlandse bewoners van het huis. Zij leerden mij over de Nederlandse cultuur. Overdag maakte ik schoon, repareerde fietsen van medebewoners en bereidde de avondmaaltijden. Als er eten overbleef bracht ik dat naar de daklozen in Amsterdam. Mensen helpen doe ik graag.

Wanneer ik mijn verblijfsvergunning heb, hoop ik een restaurant te openen in Nederland. Gasten kunnen daar dan terecht om heerlijk Soedanees te eten. Ik zou typisch Soedanese vloerkleden ophangen, gemaakt van palmbladeren. Verder wil ik een restaurant met veel kleuren, waar de mensen de Soedanese cultuur kunnen voelen.

In Soedan had ik mijn eigen restaurant. Veel klanten kamen speciaal voor mijn falafel en traditionele bonengerecht. Ik verkocht die maaltijden voor een iets goedkopere prijs dan andere restaurants en gaf groepskorting. Een aantal gasten kwam dagelijks bij mij eten en speelde daarnaast een potje schaak. Van hen leerde ik schaken. Hier in Nederland ga ik naar een schaakclubje. Het spel geeft me rust in mijn hoofd. Ik denk dan even minder aan mijn familie die in gevaar is, aan de ellende in mijn land en aan de verschrikkelijke herinneringen.

Mijn restaurant bestaat niet meer. In 2008 vielen rebellen uit Darfur de Soedanese hoofdstad Khartoum binnen. Ik woonde vlakbij die stad. De overheid verdreef de rebellen naar het platteland waar ik mijn restaurant uitbaatte. Omdat de meeste van mijn klanten en ikzelf oorspronkelijk uit Darfur kwamen, werden we opgepakt en ondervraagd. Het restaurant heb ik nooit meer kunnen openen. Niet alleen ben ik daardoor mijn zaak verloren, maar ook mijn broer en mijn eerste vrouw. Een aantal jaren daarvoor was ik buiten aan het werk op mijn stukje land. Mijn dorp werd gebombardeerd, de bommen kwamen op mijn huis. Ik verloor mijn broer. En mijn linkerbeen moest worden geamputeerd. Ik heb nog dagelijks last van mijn been, waardoor het soms moeilijk is om dingen te ondernemen. Mijn eerste vrouw is nog steeds vermist, ik weet na al die jaren niet of zij nog in leven is. Ik ben hertrouwd met mijn nicht, de dochter van mijn oom. Zij woont met mijn kinderen in Soedan.

Het liefst zou ik teruggaan naar mijn eigen land, naar mijn lieve kinderen. Zij betekenen alles voor me. Maar Nederland geeft mij ook veel steun, kennis en goede ervaringen. Bij aankomst in dit land was ik vreselijk wanhopig, maar ik ben gelukkig weer opgestaan. Ik voel me beter, nu. Nederlandse hulporganisaties stuurden me naar een psycholoog en ze gaven me een prothese voor mijn been. STIL heeft voor nachtopvang gezorgd en zij helpen me bij mijn tweede aanvraag van mijn verblijfsvergunning.

Toch ben ik nog steeds illegaal. Mijn eerste aanvraag voor een verblijfsvergunning is afgewezen. Wanneer ik over straat loop, ben ik constant op mijn hoede. Als ik de politie zie langskomen, ben ik bang opgepakt en uitgezet te worden. Desondanks hou ik vol. Mijn zeven kinderen in Soedan geven me deze kracht, zij hebben hun vader nodig. Ik mis ze elke dag. Als ze op een dag naar Nederland komen, laat ik ze alle mooie plekken hier zien. Vooral de musea en exposities. Zodat ze kunnen leren, en vooral kunnen vergeten wat er gebeurd is. De eindeloze ellende uit hun thuisland.

Over Moustafa
Moustafa uit Soedan kwam in 2016 naar Nederland per auto, boot en trein. Sindsdien verbleef hij in Egypte, Italië, Ter Apel, Roermond, Amsterdam en Utrecht . Gisteravond sliep hij in een nachtopvang in Utrecht. Het favoriete gerecht van Moustafa is een traditioneel Soedanees gerecht gemaakt van vlees en granen. Hij mist zijn zijn kinderen het meest.